In de afgelopen weken leerde ik Corona kennen. Hij was nog niet zo lang in Nederland en had een indrukwekkende reis achter de rug. Vleermuis-spotten in China, een stedentrip naar Milaan, carnaval vieren in Tilburg. Uiteindelijk vond hij ook zijn weg naar prachtig mooie Nederland. Corona en ik begonnen onze relatie met wat gevaarloos contact. Een tranende knipoog hier, een achter een mondkapje verborgen glimlach daar. Vorige week sloeg de vonk dan toch echt over. Je kent het. Hoesten van geluk. Woedende vlinders in je keel. Zweten als een otter als je aan hem denkt.
Zoals ieder nieuw stelletje sloten we ons af voor de buitenwereld. Elkaars nabijheid is meer dan genoeg. Hete spanning en van slaap komt niets terecht. Lange wandelingen in de bossen en picknicken onder de Amstelveense kersenbloesems, het leek wel een sprookje. Toch kreeg ik het langzaam benauwd. Het ging allemaal wel erg snel. Zo gemakkelijk als hij mee ging naar huis, zo moeizaam bleek het om weer van hem af te komen. Ik mocht mijn familie niet meer zien en ik kon zelfs niet meer de straat op. Ik durfde geen mensen te ontmoeten, uit angst dat Corona hen wat aan zou doen.
Iedereen had het over Corona. Hij was nieuw, exotisch, en spannend. Ik kende de verhalen die over hem de ronde deden natuurlijk. Over hoe vreselijk hij omging met oudere en kwetsbare mensen. Over de ravage die hij heeft aangericht in Italië. Maar als jonge en gezonde vrouw denk je toch dat het zo’n vaart niet zal lopen. Die kan ik wel aan, dacht ik. Nu, zo’n tien dagen later, denk ik daar anders over. Die Corona is gevaarlijk, hoe jong en gezond je ook bent. Laat je niet verleiden tot een gezellige avond buiten de deur, hoe onschuldig hij ook lijkt. Als je toch naar buiten moet, en mocht je hem zien, houd dan afstand. Je weet wellicht niet hoe hij eruit ziet. Houd dan van iedereen afstand, voor de zekerheid. Ten minste zo’n anderhalve meter.
Zoals ieder nieuw stelletje sloten we ons af voor de buitenwereld. Elkaars nabijheid is meer dan genoeg. Hete spanning en van slaap komt niets terecht. Lange wandelingen in de bossen en picknicken onder de Amstelveense kersenbloesems, het leek wel een sprookje. Toch kreeg ik het langzaam benauwd. Het ging allemaal wel erg snel. Zo gemakkelijk als hij mee ging naar huis, zo moeizaam bleek het om weer van hem af te komen. Ik mocht mijn familie niet meer zien en ik kon zelfs niet meer de straat op. Ik durfde geen mensen te ontmoeten, uit angst dat Corona hen wat aan zou doen.
Iedereen had het over Corona. Hij was nieuw, exotisch, en spannend. Ik kende de verhalen die over hem de ronde deden natuurlijk. Over hoe vreselijk hij omging met oudere en kwetsbare mensen. Over de ravage die hij heeft aangericht in Italië. Maar als jonge en gezonde vrouw denk je toch dat het zo’n vaart niet zal lopen. Die kan ik wel aan, dacht ik. Nu, zo’n tien dagen later, denk ik daar anders over. Die Corona is gevaarlijk, hoe jong en gezond je ook bent. Laat je niet verleiden tot een gezellige avond buiten de deur, hoe onschuldig hij ook lijkt. Als je toch naar buiten moet, en mocht je hem zien, houd dan afstand. Je weet wellicht niet hoe hij eruit ziet. Houd dan van iedereen afstand, voor de zekerheid. Ten minste zo’n anderhalve meter.