Het is niet niks: docent zijn op The New School. Juist omdat de school bekend staat vanwege haar informele manier van aanpak en het persoonlijke contact met de leerlingen, moeten de docenten ook extra input geven om hieraan te voldoen. Volgens Joost Gramsbergen, inmiddels al 31 jaar docent op The New School, is dat geen enkel probleem: “Leerlingen helpen en aansturen, dat is waar ik gelukkig van word.”
TNS Teachers
Joost Gramsbergen
Het is een ‘gewone’ dinsdagmiddag, eind november 2019, de eerste tentamens zijn in zicht. Er hangt een drukke sfeer op de school. In de lokalen zie je leerlingen met de handen in het haar zitten, docenten tikkend met hun pen om hun werk af te krijgen. In een van de vele studielokaaltjes stapt Joost vrolijk binnen – naast zijn bril draagt hij ook altijd een lach op zijn gezicht. “Ik ben Joost, maar dat wist je natuurlijk al,” grapt hij.
Joost werd vroeger ook wel ‘de vliegende keep’ van de school genoemd, omdat hij overal wel wat vanaf weet en dus ook breed inzetbaar is. Inmiddels geeft hij voornamelijk ‘maatschappij en actualiteit’, volgens hem een essentieel vak voor de algemene ontwikkeling: “de leerlingen leren zich tijdens dit vak volledig inleven in andere doelgroepen.” Dat is ook meteen waar Joost bij de eerstejaars mee start, zodra ze zijn begonnen aan de opleiding: “Ze moeten dan een persoon X van een bepaalde doelgroep volledig gaan onderzoeken; dit is ook voor het vak marketing erg belangrijk om te kunnen.”
Joost kijkt bedachtzaam om zich heen: “Er is veel veranderd hier op school, ik werk er inmiddels al zo’n 31 jaar.” Joost vervolgt: “De basis van de school is altijd hetzelfde gebleven, namelijk de basis waarin de ontwikkeling van de leerling centraal staat, dit noemen we ook wel ‘Bildung’.” Joost weet natuurlijk als geen ander hoe de school zich ontwikkeld heeft. “Door de opkomst van de ‘online wereld’ is er natuurlijk ook een hoop veranderd. Zo werken we tegenwoordig met een studentenportal waar je alles op kunt lezen, inleveren enzovoort. Dit had ik 30 jaar geleden niet kunnen bedenken.” De invulling is volgens Joost veel professioneler geworden: “Sinds Kees directeur is, is de structuur ook enorm verbeterd.”
Op de vraag hoe Joost op The New School terecht is gekomen geeft hij met een grijns antwoord: “Dat is wel een grappig verhaaltje.” Hij gaat verder: “Ik had al ooit eens gesolliciteerd bij de directrice destijds, maar toen hoorde ik niks meer. Ik viel voornamelijk in voor examenklassen op middelbare scholen. Ik was de sollicitatie inmiddels alweer vergeten en stond op het punt om het onderwijs te verlaten en me te verdiepen in grafische vormgeving. Gelukkig werd ik net op tijd teruggebeld en ben ik begonnen op The New School.” Joost straalt als hij zegt: “Ik vind het nog steeds even leuk hier.”
Ook Joost heeft zich door de jaren heen ontwikkeld: “Ik ga altijd voor de minimale uitleg – dus zo min mogelijk frontaal college en juist voor de maximale praktijk voor de leerling. Dat ze leren werken in groepen is in mijn ogen belangrijk; ik schuif dan mijn stoeltje erbij en geef de nodige feedback.” Ik lach, omdat ik precies weet waar hij het over heeft.
Naast het lesgeven, maakt Joost deel uit van de examencommissie van TNS: “Ik ben er spartelend in gekomen, maar ik vind het erg leuk om te doen, ik help mensen namelijk graag.” Joost kan lastig aangeven wat de school voor hem uniek maakt, omdat hij alleen The New School gewend is. Wel hoort hij van leerlingen hoe fijn ze het vinden: “Als ze vanuit het reguliere onderwijs hierheen komen, gaat er echt een wereld voor ze open. Dat komt echt door de kleinschaligheid en het fijne contact, daar help ik graag aan mee.”
Joost werd vroeger ook wel ‘de vliegende keep’ van de school genoemd, omdat hij overal wel wat vanaf weet en dus ook breed inzetbaar is. Inmiddels geeft hij voornamelijk ‘maatschappij en actualiteit’, volgens hem een essentieel vak voor de algemene ontwikkeling: “de leerlingen leren zich tijdens dit vak volledig inleven in andere doelgroepen.” Dat is ook meteen waar Joost bij de eerstejaars mee start, zodra ze zijn begonnen aan de opleiding: “Ze moeten dan een persoon X van een bepaalde doelgroep volledig gaan onderzoeken; dit is ook voor het vak marketing erg belangrijk om te kunnen.”
Joost kijkt bedachtzaam om zich heen: “Er is veel veranderd hier op school, ik werk er inmiddels al zo’n 31 jaar.” Joost vervolgt: “De basis van de school is altijd hetzelfde gebleven, namelijk de basis waarin de ontwikkeling van de leerling centraal staat, dit noemen we ook wel ‘Bildung’.” Joost weet natuurlijk als geen ander hoe de school zich ontwikkeld heeft. “Door de opkomst van de ‘online wereld’ is er natuurlijk ook een hoop veranderd. Zo werken we tegenwoordig met een studentenportal waar je alles op kunt lezen, inleveren enzovoort. Dit had ik 30 jaar geleden niet kunnen bedenken.” De invulling is volgens Joost veel professioneler geworden: “Sinds Kees directeur is, is de structuur ook enorm verbeterd.”
Op de vraag hoe Joost op The New School terecht is gekomen geeft hij met een grijns antwoord: “Dat is wel een grappig verhaaltje.” Hij gaat verder: “Ik had al ooit eens gesolliciteerd bij de directrice destijds, maar toen hoorde ik niks meer. Ik viel voornamelijk in voor examenklassen op middelbare scholen. Ik was de sollicitatie inmiddels alweer vergeten en stond op het punt om het onderwijs te verlaten en me te verdiepen in grafische vormgeving. Gelukkig werd ik net op tijd teruggebeld en ben ik begonnen op The New School.” Joost straalt als hij zegt: “Ik vind het nog steeds even leuk hier.”
Ook Joost heeft zich door de jaren heen ontwikkeld: “Ik ga altijd voor de minimale uitleg – dus zo min mogelijk frontaal college en juist voor de maximale praktijk voor de leerling. Dat ze leren werken in groepen is in mijn ogen belangrijk; ik schuif dan mijn stoeltje erbij en geef de nodige feedback.” Ik lach, omdat ik precies weet waar hij het over heeft.
Naast het lesgeven, maakt Joost deel uit van de examencommissie van TNS: “Ik ben er spartelend in gekomen, maar ik vind het erg leuk om te doen, ik help mensen namelijk graag.” Joost kan lastig aangeven wat de school voor hem uniek maakt, omdat hij alleen The New School gewend is. Wel hoort hij van leerlingen hoe fijn ze het vinden: “Als ze vanuit het reguliere onderwijs hierheen komen, gaat er echt een wereld voor ze open. Dat komt echt door de kleinschaligheid en het fijne contact, daar help ik graag aan mee.”
“Wij zijn geen lesboeren”
De relatie tussen hem en zijn leerlingen kan Joost goed omschrijven: “Wij als docenten willen echt oog voor ze hebben, we zijn geen lesboeren. Het is niet alleen maar ‘zenden’, we willen meer doen dan alleen dat.” Het gaat niet altijd over rozengeur en maneschijn, volgens Joost: “Ook ik heb wel eens een foutje begaan hoor, als docent.” Hij voegt daar lachend aan toe: “Zo ben ik ooit - vorige eeuw - op school aangekomen met de deadline voor een tentamen op het prikbord, ik was dit totaal vergeten, dus ben ik stiekem terug naar huis gegaan om mijn werk bij elkaar te sprokkelen. Ik zie mezelf nog helemaal overstuur door de stad fietsen, hoe kon ik nou zo stom zijn?”
Aan potentiële leerlingen wil Joost graag het volgende meegeven: “Gooi de luikjes open, stel jezelf open. Ga voor de volledige ontwikkeling hier of ga er überhaupt niet voor!”
(door: Caroline Smits, tweedejaars)
Aan potentiële leerlingen wil Joost graag het volgende meegeven: “Gooi de luikjes open, stel jezelf open. Ga voor de volledige ontwikkeling hier of ga er überhaupt niet voor!”
(door: Caroline Smits, tweedejaars)